Hoe monitor je het leerproces zonder cijfers
Schoolleiders en medewerkers binnen 10-14 onderwijs werken vanuit de pijlers* 10-14 onderwijs en hun eigen visie aan vernieuwend onderwijs. Daarbij is het doel om kinderen zo goed mogelijk voor te bereiden om hun plek in de maatschappij te vinden. Hoe monitor je of die leerlingen zich inderdaad voorspoedig ontwikkelen? En hoe borg je dat proces?
Deze vragen stonden centraal tijdens de bijeenkomst voor 10-14 onderwijs op woensdag 13 oktober bij het Trajectum College in Utrecht. “De eerste fysieke bijeenkomst sinds lange tijd”, benadrukte Lenie van Lieverloo, projectleider van het Lerend Netwerk 10-14 onderwijs, enthousiast. “Monitoring en borging is overal in het onderwijs actueel, maar bij 10-14 onderwijs wordt er extra naar gekeken. Ten eerste omdat ouders behoefte hebben om te weten hoe het met hun kind gaat op school. En ten tweede omdat het volgen van de leerling in de doorlopende ontwikkeling van fundamentele betekenis is en dat soms gewoon nog beter kan. Daarbij kijken de meeste 10-14 scholen niet alleen naar de cognitieve, maar ook naar de sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen en de ontwikkeling van hun vaardigheden.”
Rubrics
Hoe toon je aan dat een leerling zijn vaardigheden ontwikkelt? Veel van de aanwezigen maken hiervoor gebruik van rubrics. Diverse commerciële programma’s worden genoemd, waarbij het belangrijk is dat er geen ‘knip’ zit tussen het reguliere basisonderwijs en de eerste twee klassen van het voortgezet onderwijs. Het vastleggen van de leerlijn moet doorlopend zijn. Leerkracht Ellen Bijen van het kersverse Route 10-14 Delden: “Wij willen een systeem gaan gebruiken waar het voortgezet onderwijs in de regio ook mee uit de voeten kan of van op de hoogte is, zo weten we zeker dat we op elkaar aansluiten.”
Positieve toets
Om het uitstroomniveau vast te stellen maken de scholen gebruik van toetsen. Daniëlla de Bie van de nieuwe Tienerschool Lemmer: “We kiezen bewust voor een toets die kijkt naar wat een leerling wél kan en daarop inspeelt en niet één die kinderen eigenlijk afstraft voor fouten. Bovendien willen we op ieder moment van het jaar de toets kunnen maken.” Dat is noodzakelijk, zeker op scholen waar leerlingen ook tussentijds doorstromen richting het vervolgonderwijs.
Vervolgschool
Er zijn naast de school, ouders en de leerlingen zelf, nog twee partijen die zeer geïnteresseerd zijn in de prestaties van de leerlingen; de middelbare school die de leerling na de tienerschool ontvangt en de inspectie. Hoe toon je aan op welk niveau een kind uitstroomt wanneer je niet of minder gebruik maakt van cijfers? Wiske Ruijgrok van Fourteens in Beverwijk: “Wij geven een rapport met bijna geen cijfers, maar omschrijven in woorden wat ze bij elk vak doen en hoe ze dat doen.” Rob Mataheru van de net gestarte You Academy in Katwijk: “Ik heb het idee dat hoe hoger het uitstroomniveau van een leerling is, hoe kritischer de ontvangende school. Hoe zorg ik ervoor dat ik bij mijn eigen visie blijf maar mijn leerlingen ook een goede kans geef op het passende vervolgniveau?” Jasper Bos, vanuit route 10-14 Delden relativeert. “Je kunt nooit één op één aansluiten, het is nooit drempelloos omdat de vorm van onderwijs sowieso verschilt.” Het blijft een lastig onderwerp waar geen eenduidig antwoord op te geven is.
Appels en peren
En hoe ziet de inspectie het graag? “De inspectie kijkt naar cijfers en wij naar het leerproces, dat is appels met peren vergelijken”, antwoordt Rob. “We moeten vasthouden aan onze visie en op alle niveaus het gesprek blijven voeren over het leerproces versus de cijfercultuur.” Tinie Sterenborg van Tienerschool Sneek: “De inspectie kijkt met conservatieve kaders naar innovatie, dat matcht niet. Je merkt dat je automatisch teruggrijpt naar wat je kent –cijfers- wanneer je wilt aantonen hoe leerlingen het doen. Maar dat moet je dus niet doen. Wij gebruiken een formatieve toetslijn aan de hand van rubrics met leerdoelen. Maar om dat vervolgens weer te vertalen naar data over de prestatie van de hele school is een opgave. Het ontbreekt aan goed instrumentarium.”
Eigen Excel-bestand
Om die reden klom Dorien Stals van SOOOOL10-14 in Horst aan de Maas met haar team zelf in de digitale pen: “We hebben diverse programma’s geprobeerd, maar waren nergens echt tevreden over. Wij bieden maatwerk en dat past niet in eenheidsworst. Inmiddels houden we de algemene voortgang zelf bij in een eigen Excel-document.” Dat document wil Dorien best delen met de aanwezigen. Een enthousiaste reactie volgt en toont aan hoe belangrijk het is om samen met andere 10-14 onderwijsmakers om de tafel te gaan om uitdagingen en oplossingen te bespreken. Wordt vervolgd.
Frank Evers heeft een essay geschreven over Fourteens in Beverwijk, als onderdeel van hun interne audit.
Na de pilot en de evaluatie van de Friendly Visits, hebben we besloten door te gaan met de Friendly Visits. Dit jaar zijn er zes initiatieven die meedoen.
In Leeuwarden is dit schooljaar een 10-14 initiatief van start gegaan: Leeuwarden 10-14. Albert Veen, teamleider van Leeuwarden 10-14, vertelt over de start en het traject wat eraan voorafging.
Op dinsdag 5 november 2024 hopen we je te mogen verwelkomen op de landelijke conferentie 10-14 onderwijs. De organisatie van de conferentie is dit jaar in samenwerking met Academie Tien in Utrecht. Zij ontvangen ons in hun nieuwe schoolgebouw, dat op zich al een bezoek waard is én zij geven...
In online themasessies delen we ervaringen en praktijken op relevante thema’s binnen 10-14 onderwijs. Op 15 april stond de bijeenkomst in het teken van financiën. Financiering en het business model hebben logischerwijs impact op de organisatie. Wat voor afspraken kunnen deelnemende besturen maken?
Op dinsdag 9 april kwam een deel van de aangesloten bestuurders bij elkaar voor een inspiratiemiddag. Prof. dr. Trudie Schils gaf een presentatie over haar visie op onderwijsvernieuwing en de rol van monitoring daarin.