Verslag online themasessie: financiële afspraken

In online themasessies delen we ervaringen en praktijken op relevante thema’s binnen 10-14 onderwijs. Op 15 april stond de bijeenkomst in het teken van financiën. Financiering en het business model hebben logischerwijs impact op de organisatie. Wat voor afspraken kunnen deelnemende besturen maken?

Inkomsten

Aan de basis ligt dat een school voldoende leerlingen moet hebben om levensvatbaar te zijn. Voor initiatieven die binnen de muren van een reguliere school zitten, lijkt een populatie van minimaal 80 leerlingen nodig te zijn om vanuit een solide basis te kunnen werken.

Er is een verschil in de bedragen per leerling tussen po en vo. Het maakt dus uit waar een leerling ingeschreven staat. De meeste initiatieven maken een begroting op basis van het gehele bedrag en kijken van daaruit wat er nodig is.

10-14 onderwijs is nadrukkelijk niet bedoeld als speciaal onderwijs, maar er zijn vaak wel extra middelen beschikbaar vanuit samenwerkingsverbanden. Ook zijn er speciale subsidies ten aanzien van hoogbegaafdheid of basisvaardigheden. Let op dat een subsidie door een van de moederorganisaties aangevraagd moet worden, omdat een 10-14 initiatief geen eigen Basisregistratie Instellingen (BRIN) heeft.

Vanuit de samenwerkingsverbanden is wel ondersteuning mogelijk in natura (menskracht), maar meestal geen financiële bijdrage.

Het is belangrijk om ervoor te waken dat de financiële prikkel van extra leerlingen nooit mag leiden tot het plaatsen van kinderen die om verkeerde redenen kiezen voor de 10-14 route.

Kostenposten

Personeel is de grootste kostenpost. Met de nieuwe cao is het salarisverschil tussen po en vo gelijk getrokken, maar dat neemt niet weg dat er nog steeds verschillen zijn. Het is verstandig om hier goede afspraken over te maken.

De verschillen ontstaan:

  • doordat per vo klas er 1,2 fte docent berekend wordt in de formatie en per po klas 1 fte. Dat komt door het verschil in aantal wekelijkse lesuren tussen po en vo.

  • door een verschil in PB-uren (individueel keuzebudget) tussen po en vo.

  • doordat er een opslagfactor van 1,4 gerekend wordt op de uren van een vo-docent. Hierdoor krijg je de situatie dat een vo-docent voor hetzelfde aantal gegeven lesuren, meer uren betaald krijgt.

  • doordat po-leerkrachten vaker volledig of uitsluitend op de 10-14 school werken en vo-docenten voor een deel van de werktijd. Het kan dan helpend zijn om met dagdelen te werken en niet met uren. Zo kunnen vo-docenten ook deelnemen in coach-taken, de dagstart, begeleiding van zelfstandige werktijd, etc. Lees meer in het verslag van het bezoek van de sectorraden aan Fourteens in Beverwijk.

Leerlingen volgen onderwijs in zowel po als vo en voortdurend in verschillende samenstellingen. Het relatief dure model ‘uurtje factuurtje’ kan vermeden worden door vo-docenten altijd per hele dagdelen in te zetten en alleen in bijzondere gevallen voor losse lesuren (bijvoorbeeld Frans of gym).

Het inhuren van praktijklessen is een kostbare aangelegenheid, omdat je daar mogelijk ook het gebruik van de lokalen bij krijgt.

De personele lasten zijn relatief hoog, omdat voor dit soort onderwijs relatief veel LC ingeschaald personeel nodig is. Ook is er veel overhead omdat voorbereiding en leerlingbesprekingen veel tijd kosten. Ook hebben veel initiatieven een eigen directeur, dat is relatief duur voor een school met 80 / 100 leerlingen. Je kunt echter weer wat terugwinnen doordat de meeste IB taken bij de coaches liggen.

In een geval werd iemand die met een po-bevoegdheid op vo ingezet zou worden, bij de po-stichting ingehuurd en vervolgens gedetacheerd.

Een sluitende begroting staat of valt met het efficiënt roosteren. Scheve gezichten voorkom je door een goed werkverdelingsplan. In dat werkverdelingsplan kun je specifieke afwijkende afspraken maken hoe om te gaan met deze verschillen. Dat vraagt echter wel commitment.

Materieel en locatie

Locatiekosten en lokaalhuur is bij uitstek een onderwerp waar de bestuurders onderling afspraken over maken. Dit staat los van de exploitatiebegroting van het onderwijs.

Materialen worden besteld vanuit een eigen begroting, maar altijd via de bankrekening van de moederorganisaties.

Afspraken

Wat als de po/vo-verhouding scheef is? Je moet kijken waar het geld binnenkomt. De controllers kiezen daar een creatieve oplossing voor om de totale begroting rond te krijgen vanuit de gedachte ‘wat is nodig’. Het is daarin belangrijk dat controllers van de moederorganisaties hierin goed samen optrekken en de ruimte krijgen.

Doe verder zo veel mogelijk met gesloten beurzen, want voor je het weet moet er weer ergens belasting over betaald worden.

In de meeste gevallen wordt vooral achteraf in een narekening gekeken hoe alles zo eerlijk mogelijk verrekend kan worden. Maar wel vanuit de wetenschap dat er altijd verschillen kunnen ontstaan, bijvoorbeeld doordat de verdeling po/vo-leerlingen scheef is. Daar moeten de bestuurders een principebesluit over nemen.


In online themasessies delen we ervaringen en praktijken op relevante thema’s binnen 10-14 onderwijs. Op 15 april stond de bijeenkomst in het teken van financiën. Financiering en het business model hebben logischerwijs impact op de organisatie. Wat voor afspraken kunnen deelnemende besturen maken?

Lees verder

Op 23 april bezochten Henk Hagoort en Freddy Weima, respectievelijk de voorzitters van de VO-raad en PO-Raad, het 10-14 initiatief Fourteens in Beverwijk. Tijdens het bezoek spraken zij met leerlingen, ouders, coaches, de zorgcoördinator en bestuurders.

Lees verder

Op 12 februari was de eerste online themasessie voor projectleiders en locatieleiders met dit keer als thema werving, aannamebeleid en relatie met scholen in de regio. Een geanimeerd gesprek waarin vragen aan bod kwamen over hoe de werving voor nieuwe leerlingen werkt, wat dat doet in de relatie met andere...

Lees verder

Op dinsdag 9 april is er een inspiratiesessie voor bestuurders van het Lerend Netwerk 10-14 / 0-18 Onderwijs. Trudie Schils, hoogleraar onderwijseconomie, verzorgt een presentatie over het vernieuwen van onderwijs in Nederland. Daarna zal er gezamenlijk gewerkt worden aan een ‘advies voor een nieuwe minister’.

Lees verder